Digitaal orgel
Digitaal orgel
Op 15 september 2024 is voor het eerst ons nieuwe orgel in een kerkdienst te horen geweest. Maar wat is er nu eigenlijk nieuw aan? Het ziet er (bijna) eender uit als voorheen... En op het eerste gehoor?... En waarom konden we niet verder met wat we hadden? Wel, het "oude" orgel, dat ruim anderhalf keer de verwachte levenduur heeft doorstaan, was zo erg verouderd dat sommige onderdelen niet meer nieuw te koop zijn. Het is al eens gebeurd dat een gedeelte in een dienst was uitgevallen en er daarom geimproviseerd moest worden. De werkvoorraad van de monteur gaf die keer gelukkig uitkomst. Soms traden onverwachte fouten op die heel storend werkten en de organisten voor het blok konden zetten. Maar de techniek heeft intussen niet stilgestaan. We hebben nu een veel betrouwbaarder instrument, gebouwd rond een heel snelle computer. De klank is niet meer te vergelijken met wat we hadden. Korte uitleg van de werking. Wat we nu hebben wordt een "virtueel" orgel genoemd: Een heel nieuwe techniek. Van een bestaand orgel wordt het geluid van elk van de orgelpijpen meerdere keren opgenomen en opgeslagen als geluidsbestanden. In ons geval is het orgel uit de grote kerk van Friesach (Oostenrijk) als voorbeeld gekozen. Er zijn 44 pijpen-rijen. (Meestal is alleen de eerste rij zichtbaar) Van elk register zijn alle pijpen verschillende keren opgenomen. Dat betekent totaal vele duizenden geluidsopnames. In het originele orgel zijn dat orgelpijpen die afmetingen hebben van meer dan 10 meter (de allerlaagste tonen) tot enkele centimeters voor heel hoge tonen. Eén van die rijen heeft in Friesach horizontaal naar voren uitstekende pijpen met trompetklank. Dat register levert een trompetklank die direct in de zaal gericht is. Maar er zijn ook registers zijn die zacht en diffuus klinken. Met deze opnametechniek is ook van heel wat andere orgels een archief (sample set) opgebouwd. Die zijn dus allen te gebruiken voor virtuele orgels, maar ook worden historische orgels op die manier gearchiveerd. Na bijvoorbeeld (brand- of water-)schade kan het originele geluid dan nog worden geraadpleegd. Onze speeltafel heeft drie klavieren met elk 61 toetsen en een pedaal met 30 toetsen. De 44 registers zijn verdeeld over de drie klavieren en het pedaal. Ze zijn te bedienen door middel van drie aanraakschermpjes. Om de bediening makkelijker te maken kunnen er voorkeuzes worden opgeslagen die te bedienen zijn met een serie drukschakelaartjes onder het onderste klavier. Tijdens de opbouw van het orgel werden alle klanken van elk register afgestemd op onze kerkzaal. Zo werd de klank uit Friesach zoveel mogelijk nagebootst. Daarbij werd ook voor elk register bepaald uit welk van de vele luidsprekerboxen de betreffende klanken komen. Het "vlakke" geluid uit het vorige instrument heeft hierdoor plaats gemaakt voor een soms milde, maar steeds brede klank. In het begin kunnen daar naar behoefte nog aanpassingen in aangebracht worden. Op verzoek is er een opgave van de "dispositie" (de namenlijst van de 44 registers) elders in dit blad opgenomen. Wanneer toetsen van een virtueel orgel worden ingedrukt in combinatie met gekozen registers worden de juiste geluidsbestanden afgespeeld, net zoals bij een echt pijporgel de juiste pijpen lucht krijgen. Diverse speelhulpen zorgen ervoor dat snel tussen alle mogelijkheden gekozen kan worden. Ook het karakter van de klanken kan op die manier beïnvloed worden. Registers die vaak gecombineerd worden gebruikt, zijn geleid naar verschillende luidsprekerboxen. Het resultaat is een klank die nauwelijks meer afwijkt van het originele pijporgel. Nieuwsgierig geworden? Kom gerust eens naar boven, bijvoorbeeld na de dienst. Louis Gerritsen |
||